Hoe kunnen we je helpen?

Zoek hier het onderwerp van je vraag

Veelgestelde vragen / Algemene informatie / Hoe werkt de HoNOS+ inhoudelijk gezien?

Algemene informatie

Hoe werkt de HoNOS+ inhoudelijk gezien?

De originele HoNOS is al langere tijd beschikbaar op ons platform in verschillende versies. De HoNOS is een observatievragenlijst, die wordt ingevuld door de behandelaar. De uitkomst geeft weer hoe het geestelijk en sociaal functioneren van een patiënt op een bepaald moment is. Dat geldt ook voor de HoNOS+, alleen dient de HoNOS+ binnen het zorgprestatiemodel nog een ander doel, namelijk het bepalen van de zorgvraag van de patiënt, uitgedrukt in een zorgvraagtype.

De HoNOS+ is dus gebaseerd op de HoNOS, waarbij enkele vragen zijn toegevoegd (vandaar de +). De eerste twaalf vragen in de vragenlijst zijn HoNOS vragen. De laatste zeven vragen (vraag 13, A t/m E en Q) zijn op basis van onderzoek toegevoegd aan de zorgvraagtypering binnen het zorgprestatiemodel. De vragen 1 t/m 13 hebben betrekking op de ernst van de problemen van de patiënt tijdens de twee weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst. Het gaat daarbij om gedragsproblemen, beperkingen, symptomen en sociale problemen. De vragen A t/m E en Q hebben betrekking op problemen vanuit een ‘historisch’ perspectief. Deze vragen brengen problemen in kaart die optreden op episodische of onvoorspelbare manieren. Scoring vindt plaats op basis van het klinische oordeel over de kans dat er nog steeds zorgen zijn rondom deze problematiek die niet genegeerd kunnen worden.

De regiebehandelaar dient te beoordelen of er sprake is van:

  1. Hyperactief, agressief, destructief of geagiteerd gedrag;
  2. Opzettelijke zelfverwonding (suïcidepogingen, gedachten over suïcide, automutilatie);
  3. Problematisch alcohol- of drugsgebruik;
  4. Cognitieve problemen;
  5. Lichamelijke problemen of handicaps;
  6. Problemen als gevolg van hallucinaties en waanvoorstellingen;
  7. Problemen met depressieve stemming;
  8. Overige psychische en gedragsproblemen (Fobie, Angst, Obsessief Compulsief, Reacties tot stressvolle situaties of trauma’s, Dissociatief, Somatoform, Eetproblemen, Slaapproblemen, Seksuele problemen, Verslaving, Overig);
  9. Problemen met relaties;
  10. Problemen met algemene dagelijks levensverrichtingen (ADL);
  11. Problemen met woonomstandigheden;
  12. Mogelijkheden voor het gebruiken en verbeteren van vaardigheden: beroepsmatig en vrije tijd;
  13. Sterke onredelijke gedachten, niet psychotisch in origine.

Vervolgens moeten gebeurtenissen worden gewaardeerd die zich op een episode of onvoorspelbare manier uiten:

  1. A. Geagiteerd gedrag/expansieve stemming dat het sociaal functioneren verstoort;
  2. B. Herhaaldelijke zelfverwonding bedoeld om mensen, stressvolle situaties of emoties te beïnvloeden of om zichzelf te verminken;
  3. C. Mogelijke of daadwerkelijke gevolgen van de psychische aandoening of het gedrag voor de veiligheid en welzijn van kinderen en andere kwetsbare mensen;
  4. D. Motivatie, ziekte-inzicht, acceptatie van zorg en het vermogen om een verbinding aan te gaan met zorgpersoneel;
  5. E. Onvermogen om zichzelf te beschermen tegen risico op schade aan de gezondheid, veiligheid of welzijn;
  6. Q. Problematisch alcohol- of drugsgebruik (anders dan eerder benoemd).

De HoNOS+ leent zich, net als de gewone HoNOS, goed voor ROM. Door de zorgvraag op meerdere momenten tijdens het behandeltraject te typeren, kan worden besloten om de zorg op- of af te schalen.