Meer over e-mental health
Psychische problemen komen veel voor. Meer dan 40 procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn of haar leven te maken met een psychische stoornis. Psychische problemen gaan vaak gepaard met een hoge lijdensdruk, hoge maatschappelijke kosten en vermindering van kwaliteit van leven. Ondanks het feit dat er effectieve en hoogwaardige behandelingen beschikbaar zijn, zoeken veel mensen met psychische stoornissen geen hulp of stellen ze dit jarenlang uit. Redenen om geen hulp te zoeken zijn bijvoorbeeld schaamte, niet weten waar men voor hulp terecht kan of de neiging om zelf problemen op te lossen. Als mensen eenmaal zo ver zijn om hulp te zoeken zijn de klachten vaak verergerd en komen ze terecht op lange wachtlijsten. Het is daarom van belang om de zorg toegankelijker te maken en efficiënter in te richten, zonder de kwaliteit uit het oog te verliezen. E-mental health wordt gezien als één van de oplossingen om de zorg in Nederland toekomstbestendig te maken. Derhalve staat het hoog op de agenda van de politiek, verzekeraars en zorginstellingen. Maar wat houdt e-mental health nu precies in en wat heeft het te bieden? Op deze website vind je het antwoord op de meest gestelde vragen:
Wat is e-mental health?
E-health is de toepassing van zowel digitale informatie als communicatie om de gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen en/of te verbeteren. E-health is een veelomvattend begrip en kan in de gehele zorgsector ingezet worden. Binnen de ggz wordt ook gebruik gemaakt van e-health en dat noemen we dan e-mental health. E-mental health verwijst dus naar het gebruik van digitale informatie en communicatie om de ggz te ondersteunen en te verbeteren. Dan kun je denken aan gezondheidsapps, websites met gezondheidsinformatie en videobellen met een zorgverlener. Maar ook het gebruik van ICT voor ondersteunende processen, zoals digitale registratie en dossiervorming valt onder de definitie van e-health, al laten wij deze vorm van e-health voor het overige buiten beschouwing. E-health kan een rol spelen in de gehele zorgketen. Het kan worden ingezet voor preventie, diagnostiek, behandeling, effectmeting en nazorg.
E-mental health gericht op preventie
E-mental health toepassingen kunnen worden ingezet om klachten te verminderen. Daarnaast kunnen deze toepassingen helpen om psychische stoornissen te voorkomen. E-mental health gericht op preventie komt in verschillende vormen voor, zoals websites met psycho-educatie, zelftests en behandelprogramma’s met en zonder begeleiding van een ggz-professional. Zo zijn er verschillende apps en online zelfhulpprogramma’s die mensen helpen om te minderen met alcohol. Door in een vroeg stadium, laagdrempelige vormen van hulp online aan te bieden, kan voorkomen worden dat beginnende klachten zich ontwikkelen tot ernstige problemen.
E-mental health gericht op diagnostiek
Vragenlijsten en gestructureerde interviews worden veel gebruikt om de aard en ernst van psychische klachten te meten. E-mental health kan dit psychodiagnostische proces ondersteunen. Een diagnosticus kan gebruik maken van gedigitaliseerde versies van algemene klachtenlijsten of van specialistische vragenlijsten. De vragenlijsten worden dan online aangeboden via een e-health platform. De zorgverlener kan de cliënt via het platform een uitnodiging sturen om vragenlijsten in te vullen. De cliënt ontvangt een e-mail met een directe link naar de vragenlijst(en). Na het invullen worden de scores automatisch berekend en kan de zorgverlener vaak uit verschillende normgroepen kiezen. Zo is direct inzichtelijk hoe de cliënt ten opzichte van deze normgroep scoort. Resultaten worden ook grafisch weergegeven, zodat deze gemakkelijk te interpreteren zijn.
E-mental health gericht op behandeling
E-mental health kan worden ingezet voor de behandeling van mensen met psychische klachten. Deze categorie van e-mental health omvat onder andere behandelprogramma’s, zoals een slaapprogramma of depressieprogramma. Behandelprogramma’s bestaan vaak uit psycho-educatie, gecombineerd met een aantal oefeningen, adviezen en tests. Behandelprogramma’s kunnen worden aangeboden met of zonder tussenkomst van een hulpverlener. Bij de introductie van e-mental health, aan het begin van deze eeuw, zette men vooral in op programma’s zonder begeleiding (zelfhulp). Echter zonder de aanwezigheid van een hulpverlener bleek de therapietrouw laag en veel cliënten haakten halverwege de behandeling af. De laatste jaren zien we daarom een duidelijke voorkeur voor een combinatie van reguliere (face-to-face) zorg en e-mental health. Dit wordt ook wel ‘blended care’ genoemd. Met blended care wordt een combinatie van face-to-face gesprekken en online componenten bedoeld, waarbij de online componenten en face-to-face gesprekken beiden niet op zichzelf staan, maar verbonden zijn met elkaar. De online interventies worden zorgvuldig geselecteerd en aangepast op de behandeling. Ze kunnen flexibel en dynamisch worden ingezet. Bij blended care kan gebruik worden gemaakt van behandelprogramma’s die geheel of gedeeltelijk begeleid worden aangeboden. Maar er kan ook gebruik worden gemaakt van afzonderlijke e-health interventies ter ondersteuning van een reguliere behandeling, zoals een video met uitleg over een bepaalde behandelmethode of stoornis, een mindfulness oefening of een digitaal dagboekformulier.
E-mental health gericht op effectmeting
Vormen van effectmeting zijn Routine Outcome Monitoring (ROM) en tracking. Bij ROM worden routinematig vragenlijsten ingezet om het klachtniveau te meten en zo het effect van de behandeling te monitoren. E-mental health speelt een belangrijke rol bij het implementeren van ROM. Aan het begin, tussentijds en aan het eind van de behandeling wordt dezelfde vragenlijst afgenomen. Door het klachtniveau van de verschillende meetmomenten met elkaar te vergelijken, kan het behandelresultaat inzichtelijk worden gemaakt. Verschilscores worden berekend en grafisch in beeld gebracht, zodat deze eenvoudig geïnterpreteerd kunnen worden. Op basis van tussentijdse resultaten kan een hulpverlener besluiten de behandeling bij te sturen. Tracking werkt op ongeveer dezelfde manier. Hierbij wordt na elk behandelcontact een korte vragenlijst afgenomen, waarmee de cliëntervaring (bijvoorbeeld over de behandeling en de behandelrelatie) in kaart wordt gebracht.
E-mental health kan ook worden ingezet om de cliënttevredenheid te meten. Aan het eind van de behandeling wordt een tevredenheidsvragenlijst klaargezet. De antwoorden van alle cliënten tezamen en/of bepaalde groepen van cliënten, over een bepaalde periode, bieden inzicht in de tevredenheid van de betreffende cliëntpopulatie. Effectmeting dient op de eerste plaats om het zorgaanbod te verbeteren, maar wordt ook vaak ingezet als verantwoording naar externe partijen.
E-mental health gericht op nazorg
Na afloop van de behandeling kan e-mental health een belangrijke rol spelen in het kader van nazorg. In veel gevallen blijven cliëntaccounts toegankelijk, zodat de cliënt ook na de behandeling toegang blijft houden tot bijvoorbeeld psycho-educatie, oefenmateriaal en dagboekfuncties die tijdens de behandeling zijn ingezet. Veel behandelprogramma’s eindigen zelfs met een module speciaal gericht op terugvalpreventie en nazorg. De cliënt krijgt hierin verschillende tips om ook na de behandeling gezond en veerkrachtig in het leven te staan.
Voor wie is e-mental health geschikt?
In principe kan iedere zorgprofessional en iedere cliënt met e-mental health aan de slag. De mate waarin en de samenstelling van het e-mental health aanbod is echter afhankelijk van de specifieke situatie. Iedere cliënt is anders en zal in meer of mindere mate en op een andere manier van e-mental health kunnen profiteren. Om gebruik te kunnen maken van e-mental health is het uiteraard noodzakelijk dat de cliënt toegang heeft tot internet, al zal dit niet snel een probleem opleveren: in 2017 had 98% van de Nederlanders toegang tot internet.
Voor de inzet van e-mental health is een minimale mate van zelfredzaamheid vereist. Daarbij dient ook rekening gehouden te worden dat cliënten die digitaal vaardig zijn, zoals veel kinderen, niet altijd over voldoende zelfredzaamheid beschikken. Bij de volgende doelgroepen is extra aandacht vereist als e-mental health wordt ingezet, zeker als het aanbod niet speciaal voor deze doelgroep is ontwikkeld:
- kinderen en jongeren;
- ouderen;
- cliënten met een (licht) verstandelijke beperking;
- cliënten met ernstige psychische stoornissen;
- laaggeletterden;
- anderstaligen.
Wat zijn de mogelijkheden van e-mental health?
E-mental health is een breed begrip en de toepassingsmogelijkheden zijn divers. E-mental health kan de kwaliteit van zorg verbeteren, het behandelaanbod vergroten of de zorgkosten verlagen. E-mental health kan ook de toegankelijkheid van zorg verbeteren, het verzorgingsgebied verruimen en de regie en zelfredzaamheid van cliënten vergroten. De mate waarin e-health voordelen biedt is echter subjectief en afhankelijk van de behoeften, kennis en ervaring van de hulpverlener en de cliënt. Hieronder bespreken we een aantal mogelijkheden van e-mental health.
Zorg wordt efficiënter
Het invullen van een digitale vragenlijst met behulp van een computer of een smartphone gaat over het algemeen een stuk sneller dan wanneer dezelfde vragenlijst wordt afgenomen met pen en papier. De scoreberekening gaat ook veel sneller en is bovendien nauwkeuriger dan wanneer dat handmatig wordt gedaan. Er zijn tal van e-health instrumenten die de zorg beter en efficiënter maken. Uit onderzoek binnen de specialistische ggz blijkt dat hulpverleners met name behoefte hebben aan een flexibele database met losse online componenten. Binnen de specialistische ggz zijn psychische klachten vaak te complex om te vatten binnen een vaststaand protocol. De praktische componenten van een behandeling, zoals online huiswerkopdrachten, dagboeken en psycho-educatie, kunnen echter goed via een online platform worden aangeboden. Het face-to-face contact kan worden gebruikt voor proces gerelateerde zaken, zoals de introductie en evaluatie van een behandeling, het bespreken van gedachten, gevoelens en vermijdingsgedrag. Naarmate de zorgvraag minder complex en/of ernstig van aard is, zoals binnen de huisartsenzorg of generalistische basis ggz vaker het geval is, kunnen grotere delen of zelfs de gehele behandeling online worden aangeboden. Er zijn tal van voorbeelden waarbij e-mental health de zorg efficiënter kan maken. Een aantal komen aan orde in combinatie met de hierna volgende mogelijkheden van e-mental health.
Communicatie is onafhankelijk van plaats en tijd
Bij een face-to-face behandeling zijn de therapeut en de cliënt fysiek in dezelfde ruimte. Bij een online consult waarbij gebruik wordt gemaakt van beeldbellen hoeven mensen de deur niet uit en wordt reistijd bespaard. De zorg is dan niet plaatsgebonden. Wel geldt dat internetverbindingen niet altijd even stabiel zijn. Hier dient rekening mee gehouden te worden als men gebruik wilt maken van beeldbellen. Als er gebruik wordt gemaakt van geschreven berichten, dan is de zorg niet plaats en ook niet tijdgebonden. Dit biedt veel voordelen, maar ook nadelen.
Een nadeel van het ontbreken van face-to-face contact is dat non-verbale communicatie (zoals houding, motoriek, gezichtsuitdrukkingen) ontbreekt. Hierdoor kan de therapeut belangrijke informatie missen. Al moeten we niet onderschatten dat het omgekeerde ook het geval kan zijn: face-to-face contact kan de therapeut op het verkeerde been zetten, bijvoorbeeld door vooroordelen over iemands voorkomen. Een belangrijk voordeel van schrijven is dat je teksten kunt bewaren en op een later tijdstip kunt teruglezen. Asynchroniciteit (letterlijk: niet-gelijktijdigheid) brengt verder een grote mate van flexibiliteit met zich mee, omdat cliënten en therapeuten elkaar berichten kunnen versturen op het moment dat het hun uitkomt. Er is meer ruimte voor de cliënt om na te denken en/of ruggenspraak te houden met anderen, alvorens een reactie te geven. Dit gegeven geldt ook voor de therapeut.
Toegang tot zorg wordt laagdrempeliger
E-health kan de zorg laagdrempeliger maken. Doordat cliënten buiten het reguliere zorgcontact met hun hulpvraag aan de slag kunnen, raken zij meer betrokken bij de behandeling. Met e-mental health kan de cliënt op elk gewenst moment, vanuit elke gewenste locatie met de hulpvraag aan de slag. Op die manier stopt de behandeling niet bij de drempel van de behandelkamer. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van een digitaal dagboek kunnen cliënten herhaaldelijk gedachten en gedrag registreren, om meer inzicht te krijgen in de klachten en de factoren die hierop van invloed zijn. Vaak worden cliënten overvallen door hun klachten, waardoor zij achteraf niet meer goed kunnen vertellen welke klachten zij hadden, wat zij dachten, hoe ze zich daarbij voelden en wat zij deden. Door herhaaldelijk informatie te verzamelen wordt het inzicht vergroot. Bovendien kan informatie accurater verzameld worden omdat gegevens op het moment zelf en in de natuurlijke omgeving verzameld kunnen worden. E-health biedt bovendien de mogelijkheid om op afstand (al dan niet geautomatiseerd) feedback te geven, bijvoorbeeld wanneer een cliënt een digitale interventie of module heeft afgerond. Door de vele feedbackmomenten ontstaat er voor de cliënt meer mogelijkheid tot zelfreflectie. E-health kan ook een oplossing bieden voor mensen die zich ongemakkelijk voelen om hulp te zoeken voor (bepaalde) psychische problemen. Schaamte kan ertoe leiden dat mensen zorg gaan mijden, waardoor de klachten toenemen. Online hulp kan de drempel verlagen om met een behandeling te starten en deze vol te houden.
Gevoel van anonimiteit maakt mensen opener
Bij geschreven berichten zien de therapeut en cliënt elkaar in het geheel niet en dat geeft een hele andere dimensie aan het contact. Een nadeel van schrijven is dat het vaak meer tijd in beslag neemt en door foutieve interpretatie van een bericht miscommunicatie kan ontstaan, die niet snel te verhelpen is vanwege de asynchroniciteit. Het niet kunnen zien van de gesprekspartner blijkt echter ook verschillende positieve kanten te hebben. Er ontstaat namelijk een gevoel van anonimiteit, waardoor de cliënt zich minder druk hoeft te maken over het vertonen van sociaal wenselijk gedrag. Cliënten stellen zich gemakkelijker open en komen sneller tot de kern van het probleem. Situaties die men pijnlijk of gênant vindt om in een face-to-face gesprek te bespreken, typt men vaak gemakkelijker in op een toetsenbord. Daarnaast leidt schrijven vaak tot een verbeterd inzicht, zelfreflectie, gevoel van controle en eigenwaarde. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat schrijven over vervelende gebeurtenissen bijdraagt aan de emotionele verwerking ervan.
Cliënten onthouden belangrijke informatie beter
Mensen met psychische problemen staan vaak onder grote spanning. Dit maakt het voor hen moeilijker om informatie op te nemen of om gedrag te veranderen. Het is bekend dat cliënten slechts een klein deel van de informatie onthouden die zij tijdens een sessie te horen krijgen. E-mental health heeft als voordeel dat informatie op elk moment opnieuw bekeken kan worden, waar en wanneer cliënten dat willen.
Mensen kunnen hun eigen leertempo bepalen. Informatie in psycho-educatieve video’s en teksten kan op deze manier beter onthouden worden, dan wanneer dezelfde informatie in een face-to-face gesprek wordt gedeeld. Een ander voordeel van het aanbieden van online psycho-educatie is dat de cliënt tijd heeft om over de materie na te denken en vragen te formuleren. Hierdoor krijgt het gesprek met de cliënt nadien meer diepgang en ontstaat ruimte voor onderwerpen waarvoor interactie nodig is.
Welke uitdagingen zijn er bij het gebruik van e-mental health?
E-mental health kan zorgen voor meer efficiëntie, meer flexibiliteit, grotere toegankelijkheid en een kwalitatief beter aanbod van ggz, tegen lagere kosten dan reguliere face-to-face zorg. Nederland is koploper op het gebied van e-mental health en wordt wereldwijd als voorbeeld gezien. De meeste zorginstellingen hebben toegang tot een online platform en vrijwel alle ggz-aanbieders maken gebruik van online tests. Ten behoeve van de behandeling is de inzet van e-mental health een stuk minder en wordt e-mental health voor nog geen 10 procent van de Nederlandse cliënten ingezet. Hiervoor zijn verschillende oorzaken, waarbij geldt dat voor ieder probleem een oplossing bestaat.
Weerstand tegen verandering
Onder veel zorgverleners heerst een bepaalde angst om met e-mental health aan de slag te gaan. “En de behandelaar dan?” is een vraag die vaak gesteld wordt als het gaat om e-mental health. Sommige therapeuten vrezen dat de rol van de behandelaar verdwijnt of ondergeschikt raakt als e-mental health wordt ingezet. In beginsel ligt het niet in de aard van zorgverleners om te sturen op zo min mogelijk direct cliëntcontact ten gunste van digitale zorg. Het aanpassen van bestaande werkmethoden stuit daarom vaak op weerstand, waardoor substitutie van reguliere zorg naar e-mental health een langzaam proces blijkt. Bij cliënten waarvoor e-mental health wel wordt ingezet, leidt de inzet vaak tot het stapelen van reguliere zorg en e-health. De behandelingen blijven zoals ze waren, maar worden aangevuld met e-mental health.
Onbekend maakt onbemind
Het ontbreekt veel zorgverleners aan kennis en kunde om effectief gebruik te maken van e-mental health. E-health maakt geen standaard onderdeel uit van het curriculum van de meeste ggz-opleidingen. Op de werkvloer opleiden kost tijd en geld en daar is binnen veel zorgorganisaties geen ruimte voor. Het daadwerkelijk effectief inzetten van e-mental health vereist een adequate implementatiestrategie, waarbij goed moet worden nagedacht over de nieuwe online zorgprocessen en ruimte moet worden gemaakt voor de scholing van behandelaren. Het is van belang dat de e-health programma’s gedragen worden door de hulpverleners. Als hulpverleners bekend zijn met de mogelijkheden van e-mental health, dan neemt de angst om er effectief gebruik van te maken af en vormt e-mental health juist een verrijking van het behandelaanbod.
Het is daarnaast belangrijk dat ook de cliënt gemotiveerd is om geheel of gedeeltelijk online behandeld te worden. De houding van de therapeut speelt hierbij een belangrijke rol. Als e-mental health wordt toegepast binnen een behandeltraject, dan is het van belang dat de cliënt er actief mee aan de slag gaat en dit ook blijft doen. Cliënten kunnen vragen hebben over (de inhoud van) het e-mental health programma, hetgeen ruimte kan innemen tijdens de sessies. De cliënt moet daarnaast inspraak kunnen hebben over de rol en inhoud van e-mental health tijdens zijn of haar behandeling. De behandeldoelen moeten helder zijn. Een cliënt is namelijk vooral geneigd e-mental health te gebruiken wanneer dit goed aansluit bij zijn of haar behoeftes en wensen. Daarom is het goed om stil te staan bij cliëntperceptie en -voorkeuren.
Bekostiging op basis van tijd
Een ander probleem heeft te maken met de bekostiging van de ggz. Deze vindt veelal plaats op basis van tijd, waardoor er geen prikkel is om juist minder tijd te besteden. Verzekeraars belonen de inzet van e-mental health, maar stellen geen eisen aan de tijdswinst die dit moet opleveren of aan het aantal cliënten waarbij e-health moet worden ingezet. Hierdoor ontbreekt voor veel zorgaanbieders de noodzaak om e-mental health op grote schaal in te zetten. Binnen de generalistische basis ggz is dit probleem opgelost door de hoogte van de vergoeding te baseren op de zorgvraagzwaarte en niet op de behandeluren. Hierdoor loont het om meer gebruik te maken van e-mental health.
Motivatie ontbreekt
Wanneer e-mental health wordt ingezet is het belangrijk dat de zorgverlener zich committeert aan het e-health gedachtengoed en gemotiveerd is om e-mental health succesvol binnen de behandeling in te zetten. Doet de behandelaar dat niet, dan zullen tegengestelde belangen het potentieel van e-mental health ondermijnen. Een gemotiveerde therapeut brengt zijn enthousiasme en vertrouwen over op de cliënt, hetgeen een positief effect heeft op de inzet van e-mental health en het behandelresultaat.
Welke wet- en regelgeving is van toepassing op e-mental health?
Iedere hulpverlener heeft tijdens zijn of haar werk met wet- en regelgeving te maken. Momenteel is er geen specifieke wetgeving die het werken met e-mental health reguleert. Daarom is de wetgeving die van toepassing is op reguliere hulpverlening ook van toepassing op online hulp.
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) ligt aan de basis van alle zorgverlening in Nederland. In de WGBO zijn de rechten en plichten vastgelegd die een rol spelen in de behandelingsovereenkomst tussen zorgverleners en cliënten. De behandelingsovereenkomst is een overeenkomst die (automatisch) ontstaat wanneer een zorgverlener hulp biedt aan een cliënt. Dit is ook het geval wanneer het behandelcontact geheel of gedeeltelijk via e-mental health verloopt. Informed consent is een belangrijk begrip in de WGBO. Zo mogen zorgverleners alleen handelen als zij toestemming hebben van de cliënt. Bij de inzet van e-mental health is het aan te bevelen om extra aandacht te besteden aan het beschrijven van de manier waarop de behandeling zal plaatsvinden. De cliënt dient goed te begrijpen waarvoor hij of zij toestemming geeft.
Andere verplichtingen die uit de WGBO voortvloeien zijn bijvoorbeeld de geheimhoudingsplicht en de plicht om zorg te dragen voor een goede informatiebeveiliging. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben aangegeven de NEN-7510 norm te hanteren bij het toetsen van de vraag of zorginstellingen de juiste maatregelen treffen voor invoering en handhaving van adequate informatiebeveiliging. Dit betekent overigens niet dat een organisatie perse het NEN-7510 kwaliteitsmanagementsysteem moet gebruiken. Ook als het beveiligingsniveau dat de NEN-7510 voorschrijft op een andere manier wordt bereikt is dit toegestaan.
Wet Medische Hulpmiddelen
Om op de Europese markt te zijn toegestaan en te mogen worden gebruikt, dienen e-health platformen in veel gevallen een CE-markering te hebben. Met een CE-markering worden medische applicaties als medisch hulpmiddel gekwalificeerd. Een CE-markering is geen keurmerk, maar garandeert dat een product voldoet aan de Europese eisen voor milieu, gezondheid en consumentenbescherming. De Wet Medische Hulpmiddelen is onder andere van toepassing op software met een medisch doel en die zelfstandig een diagnose, monitoring of behandeling uitvoert. De wet bepaalt dat deze software geprogrammeerd moet zijn volgens een gestructureerd ontwikkelproces dat aan bepaalde eisen voldoet. Ook staat in de wet beschreven dat er documentatie moet zijn met een risicoanalyse, de technische werking en het bedoelde gebruik. Er moet een handleiding beschikbaar zijn die aan bepaalde eisen voldoet. Deze hele documentatie moet aangeleverd worden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Als medische hulpmiddelen aan alle essentiële eisen voldoen, dan wordt daarop de CE-markering aangebracht.
Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg
Eén van de voordelen van e-mental health is dat veel behandelgegevens en communicatie schriftelijk zijn vastgelegd en opgeslagen. Op het moment dat zorgverleners deze gegevens van cliënten met elkaar uitwisselen (bijvoorbeeld in het kader van ketenzorg) gelden er wettelijke regels. De ‘Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg’ richt zich specifiek op elektronische gegevensuitwisseling. Sinds juli 2017 is een zorgverlener verplicht om zijn cliënt te informeren over de elektronische gegevensuitwisseling en toestemming te vragen voor het beschikbaar stellen van de cliëntgegevens via een elektronisch uitwisselingssysteem. Wanneer de cliënt toestemming geeft, gaat hij of zij ermee akkoord dat andere zorgverleners (die hem of haar behandelen) ook zijn of haar medische gegevens via het elektronisch uitwisselingsysteem kunnen raadplegen.
Algemene Verordening Gegevensbescherming
Op 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking getreden en gelden er in heel Europa dezelfde privacyregels. Daarmee is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) komen te vervallen. De AVG zorgt onder meer voor versterking en uitbreiding van privacyrechten, meer verantwoordelijkheden voor organisaties en dezelfde, stevige bevoegdheden voor alle Europese privacytoezichthouders. De Autoriteit Persoonsgegevens is binnen Nederland verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de AVG en legt de focus op de naleving van de verantwoordingsplicht van organisaties, de beveiliging van medische gegevens en de handel in persoonsgegevens.
Onder de AVG krijgen mensen meer mogelijkheden om voor zichzelf op te komen als hun persoonsgegevens worden verwerkt. Zo hebben mensen het recht op dataportabiliteit (het recht om persoonsgegevens over te dragen), het recht om ‘vergeten’ te worden, het recht op inzage, rectificatie, aanvulling en wijziging, het recht om minder gegevens te laten verwerken, het recht op een menselijke blik bij besluiten, het recht om bezwaar te maken tegen de gegevensverwerking en ten slotte hebben mensen recht op duidelijke informatie over wat er met hun persoonsgegevens gebeurt.