Transdiagnostisch behandelen deel 2: De commentaren
14-02-2019
Ik heb nogal wat vragen gekregen naar aanleiding van mijn laatste blog over transdiagnostisch behandelen. En natuurlijk ook nogal wat opmerkingen, waarvan verschillende echt wel hout snijden. Een behandeling waarbij ‘het vaststellen van de diagnose ondergeschikt lijkt te zijn aan vermeende gemeenschappelijke psychopathologische processen is vooralsnog te hoog gegrepen’. Lieve mensen, er is ook nergens beweerd dat je niet meer hoeft te classificeren. Als die je als behandelaar het broodnodige houvast biedt, vooral doen. En ook al heb je zelf dat houvast niet nodig, het kan voor de onderlinge communicatie vaak wel handig zijn om terug te vallen op een classificatie. Of die je vervolgens bij de behandeling helpt, moet ieder voor zich uitmaken. Dat brengt me direct bij de tweede opmerking: ‘het is allemaal zo vrijblijvend gesteld’. Ja, dat kan wel. Ik hoop voldoende ruimte te laten voor de zienswijze van collega’s, zeker zolang niet klip en klaar het nut van transdiagnostisch behandelen is aangetoond. Onderzoekers als Craske (2010) en Barlow (2007) waarschuwen voor een te snel op één hoop gooien van alle angststoornissen en unipolaire depressies. Mogelijk blijken therapieën waarbij zowel de gemeenschappelijke als de onderscheidende, specifieke symptomen behandeld worden, voor betere behandeluitkomsten te zorgen. Ook McManus et al. (2010) concluderen dat transdiagnostische benaderingen weliswaar voordelen lijken te hebben, met name wanneer het gaat om het brengen van evenwicht tussen een volledig idiosyncratische formulering en een diagnose-gedreven behandeling van angststoornissen. Echter moeten we er terdege rekening mee houden dat transdiagnostische theorieën en behandelingen profiteren van de vooruitgang die geboekt wordt in het onderzoek naar diagnosespecifieke behandelingen. Laten we dus vooral het kind niet met het badwater weggooien. Voorlopig is het verstandiger om te stellen dat een transdiagnostische invalshoek voor behandeling op zijn minst efficiënter is, en goedkoper, maar niet noodzakelijkerwijs effectiever. We zouden ons de aanschaf van al die stoornisspecifieke behandelprotocollen kunnen besparen. Maar of we ook minder kennis tot ons zouden moeten nemen (wat ook door een collega gesuggereerd werd) geloof ik niet meteen. Nog los van de vraag of we dat wel zouden moeten nastreven, neemt in mijn beleving ons kennisniveau alleen maar toe als we ons interesseren voor transdiagnostisch behandelen. Wat een geweldige bron van kennis is het werk van Allison Harvey en collega’s uit 2004. Ja, ik weet het: er is intussen veel meer kennis beschikbaar gekomen, maar hun ‘Cognitive behavioural processes across psychological disorders: a transdiagnostic approach to research and treatment’ is nog altijd een juweeltje. Wat een heldere beschrijving van de twaalf transdiagnostische psychopathologische processen die ze toentertijd hebben geïdentificeerd aan de hand van een systematische review van een groot aantal stoornisspecifieke studies. Ze komen op minimaal twaalf transdiagnostische processen – gelokaliseerd binnen de domeinen aandacht, geheugen, denken, redeneren en gedrag – die verantwoordelijk zijn voor de psychische ellende van mensen. Zo is de aandacht van mensen met psychische problemen meer op zichzelf gericht, onthouden ze meer de negatieve aspecten van een situatie, maken ze meer fouten in het cognitief beoordelen, rumineren ze meer en vertonen ze meer vermijdings- en veiligheidsgedrag. Voor een uitgebreide uiteenzetting verwijs ik je graag naar hun boek. Op deze plaats is het meer gepast om te concluderen dat er veel vooruitgang is geboekt op het terrein van de diagnostiek en psychologische behandeling, maar dat er meer onderzoek nodig is naar de gemeenschappelijke processen die verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van psychische stoornissen.
Helen Lionarons
Klinisch psycholoog / psychotherapeut
Wellicht ook interessant:
- Transdiagnostisch behandelen: Een nieuw toekomstperspectief?
- De DSM-5 in vogelvlucht
- DSM-5: Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen
- Het cultureel interview in de DSM-5
Embloom biedt diverse e-health items aan die als ondersteuning bij het transdiagnostisch denkkader kunnen dienen, zoals modules, oefeningen en diverse dagboeken uit de therapiestromingen ACT, CGT, Positieve Psychologie, Schematherapie en Mindfulness.
Helen Lionarons
Helen Lionarons is klinisch psycholoog en psychotherapeut. Naast het verlenen van zorg is zij jaren werkzaam geweest als psycholoog-begeleider aan de huisarts-opleiding van Maastricht. Zij heeft als supervisor en coach vele huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde begeleid bij hun beroepsuitoefening. In 2004 richtte zij Lionarons GGZ op, een middelgrote GGZ-instelling in Limburg. Naast haar bestuurlijke functie bleef zij zich inzetten voor de scholing van behandelaren en de patiëntenzorg. Inmiddels heeft Helen de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar zij ontwikkelt nog met veel plezier zorgprogramma’s en geeft scholing.