Blog | Transdiagnostisch behandelen: een nieuw toekomstperspectief?

15-01-2019

Met de opkomst van de transdiagnostische werkwijze is de cirkel wat mij betreft weer rond. Zij het dat de vergelijking met een cirkel de laatste ontwikkelingen binnen de GGZ wel tekort doet. We zouden misschien beter kunnen spreken van een opwaartse spiraal, waarbij we weliswaar bij hetzelfde punt aangekomen lijken te zijn, maar daar in feite kilometers boven hangen om vanaf grotere hoogte terug te kijken op bekend terrein. Terugkijkend op mijn beroepsopleiding tot psychoanalytisch psychotherapeut zie ik een werkwijze, die er ongeacht de specifieke DSM-classificatie ongeveer hetzelfde uitzag, omdat achter elke stoornis min of meer dezelfde psychopathologie vermoed werd. Met een stuk of zes persoonlijkheidsorganisaties (Kernberg, Masterson) had je toch het grootste deel van de persoonlijkheidspathologie te pakken.

DSM en CGT zetten recht wat krom was. Het aantal  specifieke stoornissen groeide, en daarmee ook het aantal stoornisspecifieke CGT behandelprotocollen. Meer dan driehonderd te classificeren psychische stoornissen en bijna even zoveel behandelprotocollen verder, is de cirkel rond. Of wat zeg ik: passeren we het eerdere punt op grotere hoogte. Een heel stuk wijzer, maar ook wel een beetje moe van al die diagnoses en protocollen. Wat een verademing om na al die jaren stoornisspecifiek behandeld te hebben, weer te mogen proeven van een transdiagnostische werkwijze. Okee, het gaat nu nog met name om het overbruggen van de verschillen tussen de angststoornissen, en van de verschillen tussen de angststoornissen en de unipolaire depressies, maar er volgen vast meer stoornisgroepen waarbinnen de overeenkomsten tussen de verschillende stoornissen groter blijken dan de verschillen. En vast ook meer overeenkomsten tussen verschillende stoornisgroepen. Terugbrengen van het aantal stoornissen zal van een verstrekkende (positieve) invloed zijn op die enorme comorbiteit die we nu vaak moeten constateren. Maar pas op, een transdiagnostische benadering betekent nog niet dat driekwart van de diagnoses meteen in de prullenbak verdwijnt.

Transdiagnostisch behandelen betekent dat bij de behandeling van de verschillende diagnoses gemikt wordt op de onderliggende gemeenschappelijke psychopathologische processen in plaats van op de verschillende voorliggende uitingen daarvan. Harvey (2004) beschreef in zijn ‘Cognitive behavioural processes across psychological disorders: a transdiagnostic approach to research and treatment’ twaalf transdiagnostische psychopathologische processen binnen de domeinen aandacht, redeneren, geheugen, denken en gedrag. Craske (2010) wijst op de gemeenschappelijke cognitieve, gedrags- en neurale dysregulatie binnen de angst- en angstgerelateerde stoornissen en de unipolaire depressies, maar wil ook waarschuwen voor een te snel op één hoop schuiven van deze stoornissen. Naast de gemeenschappelijke kenmerken zijn er ook verschillen (bijv. tussen stoornissen waar acute angst op de voorgrond staat en stoornissen waarbij het vooral gaat om een diffuse angst). En die kunnen wel essentiële behandeldoelen blijken. Therapieën waarbij zowel de gemeenschappelijke als de onderscheidende, specifieke symptomen behandeld worden, kunnen wel eens voor betere behandeluitkomsten zorgen. Maar hoe dan ook is ook Craske, lid van de wetenschappelijke raad van de DSM-5 werkgroep Angst, Obsessieve Compulsieve spectrum, Posttraumatische en Dissociatieve stoornissen, de mening toegedaan dat de waarde van een transdiagnostische benadering van psychopathologie niet onderschat mag worden, en dat wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van transdiagnostische behandelprotocollen een goede zaak is. Tenslotte mogen we ons ook op Nederlandse bodem verheugen op een grote belangstelling voor het transdiagnostisch denkkader. In het inleidend hoofdstuk van ‘Transdiagnostische Factoren, theorie en praktijk’ (Heycop ten Ham, Hulsbergen en Bohlmeijer  (red.) 2014) wordt een mooi overzicht geboden van de huidige ontwikkelingen. Ik vond niet elk hoofdstuk meteen een sprekend voorbeeld van een transdiagnostische factor binnen een stoornisgroep, en ook niet van een transdiagnostische behandeling. Tenzij je natuurlijk het concept ‘transdiagnostische factoren’ zo ver oprekt, dat vrijwel alles eronder kan en zal vallen. Maar laten we oppassen dat dat niet écht terug bij af is. Stel je voor: meer dan driehonderd transdiagnostische factoren en evenzoveel protocollen om die te behandelen. Zeg nou zelf!

Helen Lionarons
Klinisch psycholoog / psychotherapeut

Wellicht ook interessant:

Embloom biedt diverse e-health items aan die als ondersteuning bij het transdiagnostisch denkkader kunnen dienen, zoals modules, oefeningen en diverse dagboeken uit de therapiestromingen ACT, CGT, Positieve Psychologie, Schematherapie en Mindfulness.

Helen Lionarons

Helen Lionarons is klinisch psycholoog en psychotherapeut. Naast het verlenen van zorg is zij jaren werkzaam geweest als psycholoog-begeleider aan de huisarts-opleiding van Maastricht. Zij heeft als supervisor en coach vele huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde begeleid bij hun beroepsuitoefening. In 2004 richtte zij Lionarons GGZ op, een middelgrote GGZ-instelling in Limburg. Naast haar bestuurlijke functie bleef zij zich inzetten voor de scholing van behandelaren en de patiëntenzorg. Inmiddels heeft Helen de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar zij ontwikkelt nog met veel plezier zorgprogramma’s en geeft scholing.