Inhoud
Doelgroep | Wanneer iemand pijn heeft, gaan er andere gedachten door zijn hoofd dan wanneer het hem goed gaat. Pijn en het denken daarover staan in nauwe relatie tot elkaar. De PCL-2003 is geschikt voor gebruik in settings waar patiënten met chronische pijn worden behandeld of begeleid. |
---|---|
Doel | Het meten van attributies (met betrekking tot betekenistoekenning) en verwachtingen (met betrekking tot controle) bij patiënten met pijn. |
Antwoordtype | Er wordt gebruik gemaakt van een vragenlijst met 39 items. Per item kan men aangeven in hoeverre men het met het betreffende item eens is. De 5 antwoordalternatieven gaan van “volledig oneens” tot “volledig eens”. Onder de 39 items staat een horizontale lijn. Aan de uiteinden van de lijn staan de woorden “Helemaal geen pijn” en “De hevigste pijn die u zich kunt voorstellen”. Hierbij kan men de hevigheid van de pijn aangeven door een verticaal streepje te zetten op de lijn. Daarbij gaat het om de gemiddelde pijn zoals die in de laatste week is ervaren. |
Scoring | De scoring van de meeste items is als volgt: 1 = volledig oneens 2 = tamelijk oneens 3 = neutraal 4 = tamelijk eens 5 = volledig eens |
Subschalen | De PCL onderscheidt de volgende schalen: • Catastroferen (CAT) • Beperkingen (BEP) • Optimisme (OPT) • Interne controle (INT) • Vertrouwen op de gezondheidszorg (VER) |
Psychometrische gegevens
Normgroep | Het programma bevat een algoritme dat automatisch corrigeert voor de normgroep. |
---|
Literatuur en copyright
© J.W.S. Vlaeyen, G. van Breukelen, I.W.C.J. Nooyen-Haazen, S.G.M. Stomp-van den Berg, A.M.J. Kole Snijders, januari 2004.
Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming van de auteur is dan ook niet toegestaan.